In deze les ga je aan de slag met een handige manier om slimme en haalbare doelen te stellen met behulp van het SMART-acroniem.
SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Met deze aanpak kun je jouw doelen duidelijk definiëren en een effectief plan opstellen om ze te bereiken. Dus laten we meteen aan de slag gaan!
1. Specifiek
Bij het stellen van doelen is het belangrijk om ze specifiek te maken. Vage doelen leiden vaak tot verwarring en gebrek aan motivatie. Hier zijn enkele vragen die je kunt stellen om je doel specifiek te maken:
- Wat wil je precies bereiken?
- Waarom is dit doel belangrijk voor jou?
- Wie is erbij betrokken?
- Waar en wanneer zal dit doel plaatsvinden?
2. Meetbaar
Een meetbaar doel geeft je de mogelijkheid om je voortgang te volgen en te beoordelen of je op de goede weg bent:
- Hoeveel of hoe vaak wil je bereiken? (Bijvoorbeeld; klanten, winst, opdrachten)
- Op welke manier kun je de voortgang meten?
- Welke criteria gebruik je om te bepalen of je je doel hebt bereikt?
3. Acceptabel
Een doel moet acceptabel zijn, zowel voor jou als voor anderen die erbij betrokken zijn:
- Schaadt je niemand met dit doel?
4. Realistisch
Een doel moet haalbaar zijn binnen de context van je leven en middelen. Hier zijn enkele vragen die je kunt stellen om je doel realistisch te maken:
- Heb je de vaardigheden en hulpbronnen om dit doel te bereiken?
- Is het doel fysiek en mentaal haalbaar voor jou?
5. Tijdgebonden
Een doel moet een duidelijke tijdslimiet hebben, zodat je gericht kunt werken en je voortgang kunt meten:
- Wanneer wil je dit doel bereiken?
- Zijn er tussentijdse deadlines om de voortgang te meten?
Nu je bekend bent met het SMART-acroniem, is het tijd om je eigen SMART-doelen te formuleren. Je hebt in de vorige les een einddoel bedacht, gebruik nu de vragen bij elk aspect van SMART om het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden te maken.
Schrijf je SMART-doel op een plek waar je het regelmatig kunt zien, zodat het je blijft motiveren!